Beroemd en berucht: hippiestad Christiania in Kopenhagen
Kopenhagen is een fijne stad, netjes en georganiseerd. Des te groter is het contrast met Christiana, een stad op zich midden in Kopenhagen. Een groep hippies stichtte de stad in 1970.
De hippies kraakten de militaire kazerne, iets wat de Deense regering natuurlijk niet kon waarderen. Daarom probeerde de overheid deze krakers te verwijderen.
Dit veranderde aan het einde van de jaren zeventig. Christiania werd toen getolereerd als sociaal experiment. Toch bleef er ophef bestaan, omdat water en stroom niet betaald werden, vergunningen ontbraken en last but not least: er werd gehandeld in drugs.
Dat laatste gebeurt nog steeds, in de beruchte Pusher Street om precies te zijn. Ik nam er uiteraard een kijkje en raakte al snel in gesprek met wat dealers toen ik foto’s wilde maken van deze beroemde straat, wat natuurlijk niet mag.
Foto’s maken is ten strengste verboden in dit gedeelte van Christiania. De dealers hebben allemaal een zonnebril of meer bedekking op om niet herkend te worden en dat blijkt niet voor niks.
“Er zijn regelmatig invallen door de politie”, vertelt een dealer me als ik vraag waarom er zo geheimzinnig wordt gedaan. “Daarom staat er altijd iemand op de uitkijk. Als er politie aankomt, gaat iedereen er snel vandoor.”
Blij met toeristen
“Daar zijn we erg blij mee, de toeristen zorgen ervoor dat de sfeer hier niet te grimmig wordt”, vertelt een dealer in Pusher Street me.
Naast deze drugszone waar Christiana grotendeels om bekend staat, heeft de vrijstad veel meer te bieden.
Christiania is een dorpje op zich met verschillende galerieën, restaurants en podia. Een rondje googlen leert me dat er ongeveer 1000 mensen permanent wonen.
Christiania is ongeveer 34 hectare groot en bestaat grotendeels uit bos, een meertje en verschillende experimentele huizen die veelal gebouwd zijn met gerecycled materiaal.
Als ik een rondje om het meer loop, zie ik weinig andere toeristen. Wel word ik gepasseerd door een meisje op een pony, uiteraard zonder zadel. De bewoners begroeten me stuk voor stuk vriendelijk.
Na deze wandeling heb ik trek gekregen. Gelukkig heeft Christiania een eigen centrum met verschillende kroegjes en restaurantjes.
Ik bestel wat bij een eetstalletje en raak daarna in gesprek met twee inwoners uit de vrijstad. Alhoewel, een gesprek is het niet echt te noemen.
De twee mannen van in de zeventig spreken namelijk niet zo goed Engels en ik helaas geen woord Deens. Dankzij wat gebaren wordt het toch een gezellige lunch.
Christiania: de gekleurde experimentele huizen voldoen niet allemaal (of misschien wel allemaal niet) aan de openbare bouw- en ruimtevoorschriften, er slingeren overal fietsen en oude meubels rond en de Deene wet wordt dagelijks overtreden door het verhandelen van soft drugs.
Maar wat is het er fijn. Niemand heeft haast, integendeel. Iedereen is extreem relaxed. Dankzij alle kleuren, kunst en bijzondere huizen kijk je je ogen uit en waan je je in een compleet andere wereld, ver van het perfecte cleane Scandinavië. En misschien is dat wel wat het imperfecte Christiania zo perfect maakt.